De belangrijkste missers van de EFSA in hun FAQ over aspartaam

De FAQ die een aanvulling had moeten zijn op hun Ontwerp-Studie die de basis vormt voor het onderzoek

Vertaling en Lay-out: Ed Gunneweg

Als u de FAQ on Aspartame leest die de EFSA online heeft gezet, dan blijk daaruit dat de EFSA er van te voren al van uit gaat dat aspartaam een "goede" zoetstof is zonder gevaar voor de gezondheid.

Deze FAQ is trouwens ook de basis waarop de komende goedkeuring van aspartaam al van af te lezen is, er valt geen speld tussen te krijgen, aspartaam zal wederom goedgekeurd worden, geen twijfel mogelijk.

Geen enkel onderdeel van aspartaam, of dat nu phenylalanine, formaline of diketopiperazine is wordt zodanig beschreven dat het absoluut geen gevaar is voor de gezondheid. (Waar kennen we deze uitdrukking ook al weer van?)

Hier blijkt dan weer zonneklaar uit dat we door de enige instantie, die de waakhond voor onze gezondheid zou moeten zijn, gewoon voor de gek gehouden worden. We worden in de maling genomen.

We zullen nooit achter de schimmige schermen van de EFSA en de Wetenschappelijke commissie kunnen kijken wat daar allemaal mis is, want bij vorige onderzoeken naar de goedkeuring van aspartaam waren de stukken waarin de leden van de commissie genoemd werden geheim. Zelfs leden van het Europese Parlement hadden geen inzage in deze stukken of ze werden met zwarte inkt onleesbaar gemaakt.

Het lijkt erop dat de gehele "Draft-studie" die de EFSA heeft gepubliceerd in zijn geheel door de aspartaam industrie is geproduceerd.

Er zal geen enkele mogelijkheid zijn om met wat voor vragen dan ook, de mening die in deze "Draft-studie" verkondigd wordt te herzien.

Aspartaam is en blijft goedgekeurd.

Wat zijn de belangen die er spelen, welke EFSA medewerkers hebben belangenverstrengeling met de voedingsindustrie?

Lees de andere artikelen over eerdere goedkeuringen in "dossier_aspartaam"

Hieronder volgt een overzicht van de vragen en antwoorden in de EFSA FAQ on Aspartame die absolute onwaarheid bevatten, de EU en EFSA onwaardig, maar waar duidelijk de stem van de voedingsmiddelenindustrie in doorklinkt.

De FAQ blijkt vooraf al een verkapte goedkeuring te zijn

Tekst EFSA (vertaling)

3. Is het veilig om producten met aspartaam te gebruiken?

Aspartaam is al bijna 30 jaar na grondig onderzoek naar de veiligheid toegelaten in vele landen over de hele wereld voor gebruik in levensmiddelen en als tafelzoetstof. De eerste veiligheidsbeoordeling van aspartaam in Europa werd gepubliceerd door het Wetenschappelijk Comité voor de voeding (SCF) [*] in 1984. Latere aanvullende evaluaties werden gemaakt door het SCF in 1988, 1997 en 2002. De SCF stelde in 1984 een aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) voor aspartaam voor van 40 mg / kg lichaamsgewicht. De ADI is een schatting van de hoeveelheid van een levensmiddelenadditief, uitgedrukt op basis van het lichaamsgewicht, dat dagelijks, gedurende het hele leven, kan worden gebruikt zonder noemenswaardig gezondheidsrisico.

De EFSA is momenteel bezig met een volledige her evaluatie van de veiligheid van aspartaam en heeft vast gesteld, in een ontwerpadvies gepubliceerd op 8 januari 2013 van het Panel voor levensmiddelenadditieven en nutriënten aan levensmiddelen toegevoegd (ANS-panel) dat aspartaam geen gevaar oplevert voor de veiligheid bij het huidige niveau. Het panel is van mening dat de ADI voor aspartaam ingesteld door het SCF veilig is voor de algemene bevolking wanneer deze lager is dan de ADI. (Zie de vragen 8 en 15 tot 28 voor meer informatie over het ontwerpadvies en de lopende openbare raadpleging over het ontwerpadvies.)

[*] Het Wetenschappelijk Comité voor de voeding (SCF) was het voormalige wetenschappelijk comité van de Europese Unie vóór de EFSA werd opgericht in 2002.

Antwoord webmaster:
Dat het onderzoek in 30 jaar naar de veiligheid van aspartaam grondig is geweest staat vast. Er is niet één additief dat zo vaak werd onderzocht. Uiteraard wezen de onderzoeken van de aspartaam- fabrikanten altijd uit dat aspartaam veilig was. Er zijn echter honderden onderzoeken die allemaal gevaren uitwezen bij het gebruik van aspartaam. Maar die onderzoeken zijn niet in het belang van de EFSA die zich volledig richt op de onderzoeken van de fabrikanten. Lees het onderzoek van de SCF uit 2002 waarin duidelijk de belangenverstrengeling van de SCF tot uitdrukking komt.

Tekst EFSA (vertaling)

4. Hoeveel aspartaam is veilig om te gebruiken?

Wanneer risicobeoordelaars als EFSA een ADI voor een bepaalde stof vaststellen, informeert hun wetenschappelijk advies de besluitvorming van risicomanagers met betrekking tot de toelating van specifiek beoogd gebruik van de stof (d.w.z. de levensmiddelen waarin het gebruikt kan worden en de maximale voorgestelde hoeveelheid). Van de meeste producten die aspartaam bevatten, zou heel veel en regelmatig gebruikt moeten worden gedurende de levensduur van een persoon, om de ADI te overschrijden. Bijvoorbeeld, om de ADI voor aspartaam (40 mg / kg lichaamsgewicht) te bereiken, zou een volwassene van 60 kg 12 blikjes (330 ml) moet drinken van een light frisdrank (die aspartaam bevat bij de maximaal toelaatbare hoeveelheid), elke dag voor de rest van zijn / haar leven. In werkelijkheid, wordt aspartaam gebruikt in frisdranken in kleinere hoeveelheden 3-6 keer minder dan de maximaal toelaatbare hoeveelheid. Het aantal vereiste blikjes om de ADI te halen zou 36 of meer moeten zijn.

Antwoord webmaster:
Eén liter Cola Light bevat ongeveer 600 mg aspartaam. De berekening van iemand van 60 kg en 12 blikjes is dus goed. Maar als iemand light sinas drinkt is de hoeveelheid aspartaam veel groter, waarschijnlijk 1000 mg. Op geen enkele verpakking van een product met aspartaam is de juiste hoeveelheid te vinden dus men kan nooit zeker zijn van de ADI van 40 mg/kg. We drinken tenslotte niet allen maar frisdranken met aspartaam. De fabrikanten houden ons wat dat betreft graag dom, van alle toevoegingen in onze voeding moet precies op het etiket staat hoeveel van de stof in het product aanwezig is. Bij aspartaam schijnt dat niet nodig te zijn want hoeveel producten met aspartaam worden er per dag door iemand gebruikt? Dat weet de EFSA niet en slaat ons dan maar om de oren met 4 ltr Cola light. We kunnen toch niet bewijzen hoeveel aspartaam we per dag binnen krijgen. Iemand kauwt per dag bij voorbeeld regelmatig kauwgom met aspartaam. U hoeft mij niet te vragen hoeveel aspartaam daar in zit, want het staat uiteraard niet op de verpakking.

Tekst EFSA (vertaling)

9. Waarom zijn er vragen gerezen over aspartaam in het verleden?

Voorafgaand aan de goedkeuring en sinds de marktintroductie, leidde de veiligheid van aspartaam tot belangstelling en soms controverse. Vragen zijn vooral gerezen over een aantal van de vroege experimentele dierstudies gebruikt om de veiligheid van aspartaam te evalueren. Uitgebreide reviews over aspartaam zijn uitgevoerd door een groot aantal nationale en internationale adviesorganen. Alle hebben geconcludeerd dat het wetenschappelijk bewijs voldoende is om te bevestigen dat aspartaam veilig is voor menselijke consumptie.

De EFSA is momenteel bezig met een volledige her evaluatie van de veiligheid van aspartaam en publiceerde in januari een ontwerpadvies voor openbare raadpleging.

Antwoord webmaster:
Bij de goedkeuring van aspartaam is er een heleboel mis gegaan bij de onderzoeken die door de fabrikant zijn gehouden. Heel veel dieren zijn daar aan opgeofferd en ook gestorven. Er is geen bewijs van uitgebreide reviews door nationale en internationale adviesorganen. Dit is zo ontzettend bezijden de waarheid, maar het zet de lezer van deze FAQ wel op het verkeerde been. Deze adviesorganen zijn waarschijnlijk betaald door de fabrikant en dan is het duidelijk dat ze allemaal hebben geconcludeerd dat aspartaam veilig is.
De volledige her evaluatie waar over gesproken wordt blijkt een grote vorm van plagiaat te zijn. Niets van deze gepubliceerde her evaluatie is door de EFSA zelf op papier gezet. Het zal dus duidelijk zijn dat vooraf al besloten is dat aspartaam opnieuw wordt goedgekeurd, hoeveel vragen er ook binnen komen op de openbare raadpleging.

Tekst EFSA (vertaling)

10. Welke informatie kijkt de EFSA naar? Heeft het de onderzoeken bij de oorspronkelijke aanvraag voor de toelating van aspartaam in Europa beoordeeld?

Het ANS Panel ontving op zijn aanvraag voor wetenschappelijke data meer dan 600 zowel gepubliceerde als niet gepubliceerde wetenschappelijke onderzoeken. De EFSA heeft een volledige lijst met alle wetenschappelijke onderzoeken gepubliceerd met inbegrip van 112 oorspronkelijke documenten over aspartaam.

Na lang wikken en wegen vond het panel dat er te weinig data beschikbaar was over 5- benzyl-3,6-dioxo-2-piperazine acetic acid (DKP) en andere afbraak producten die gevormd kunnen worden wanneer aspartaam onder bepaalde omstandigheden wordt opgeslagen. Hierover werden meer dan 140 onderzoeken ontvangen.

Het ANS Panel nam ongeveer 2000 onderzoeken en datasets in onderzoek waarvan 800 werden ontvangen als resultaat van de vraag naar data. In totaal werden 340 onderzoeken als referentie gebruikt.

Antwoord webmaster:
Van dit antwoord word ik eigenlijk wel een beetje verdrietig. Het ANS Panel zal best wel meer dan 2000 onderzoeken hebben ontvangen, maar uit niets bleek dat ze ook maar enig document hebben bestudeerd. Ja, ze hebben natuurlijk een volledige lijst gepubliceerd, maar alleen van onderzoeken die positief over aspartaam waren. Geen enkel onderzoek van onafhankelijke wetenschappers werd bij het onderzoek betrokken.
Ook over het genoemde (DKP) is veel negatief gepubliceerd. O.a. dat het in de darm tot een stof wordt omgevormd die kanker kan veroorzaken. Maar het ANS Panel hoor je daar met geen woord over.
Nee hoor.... slaapt u rustig verder, er is geen vuiltje aan de lucht.

Tekst EFSA (vertaling)

11. Heeft EFSA alleen door de industrie gefinancierde studies in overweging genomen? Zijn deze studies te vertrouwen?

EFSA beschouwt alle beschikbare wetenschappelijke gegevens en wetenschappelijke literatuur in haar risicobeoordelingen en houdt rekening met alle bewijzen die wordt geproduceerd volgens internationaal erkende wetenschappelijke normen. Dit geldt of de bron de industrie is, de publieke sector, de academische wereld en andere wetenschappelijke organisaties.

Het is een grondbeginsel van de EU-wetgeving dat organisaties of bedrijven die profiteren van levensmiddelenadditieven en andere gereguleerde stoffen om te bewijzen dat deze stoffen veilig zijn. Waar nieuwe onderzoek op een specifieke stof nodig is om de veiligheid aan te tonen, moeten fabrikanten de kosten dagen van het produceren van de benodigde gegevens voor de risicobeoordeling. Ongeacht de bron, beoordeelt EFSA kritisch en streng alle ingediende gegevens, om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de normen die nodig zijn om consumentenbescherming te waarborgen. De EFSA geeft richtlijnen tot vaststelling van de specifieke eisen voor de risicobeoordeling van gereguleerde stoffen en producten, zoals levensmiddelenadditieven, aroma's, GGO's waarmee levensmiddelen in aanraking komen.

Antwoord webmaster:
Het moet dus duidelijk zijn dat er alleen maar rekening wordt gehouden met door de industrie gefinancierde studies. Er is zo ontzettend veel materiaal te vinden van onafhankelijke bronnen dat als men zich daar mee zou bezighouden, de zoetstof aspartaam geen enkele kans zou maken om te worden goedgekeurd.

Tekst EFSA (vertaling)

12. De onafhankelijkheid van wetenschappelijk advies gegeven over aspartaam is soms in twijfel getrokken. Hoe garandeert EFSA de onafhankelijkheid van zijn wetenschappelijk advies?

Adviezen die door het wetenschappelijk comité van de EFSA en de wetenschappelijke panels aangenomen zijn, zijn altijd het resultaat van collectieve beraadslagingen en collectieve beslissingen. Niet één deskundige, waaronder de voorzitter, kan ten onrechte de beslissingen van de panels beïnvloeden. In die gevallen waar Panels geen consensus over een onderwerp kunnen bereiken, kunnen deskundigen minderheidsstandpunten die zijn opgenomen in de wetenschappelijke adviezen geven. EFSA waak voortdurend voor potentiële belangenconflicten, hoewel erkend wordt dat top wetenschappelijke experts in Europa alleen hun expertise kunnen verkrijgen door actief te zijn in hun vakgebied. De onafhankelijkheid van wetenschappelijke deskundigen en allen die betrokken zijn bij de activiteiten van de EFSA wordt verzekerd door een van de meest rigoureuze Verklaring van belangenverstrengeling.

Antwoord webmaster:
Gezien de ernstige vorm van plagiaat die is gehanteerd bij de samenstelling van het draf-rapport, is de onafhankelijkheid van het wetenschappelijk advies niet gegarandeerd. De commissie maakt eigenlijk alleen maar gebruik van door de fabrikanten geleverde onderzoeken.

Tekst EFSA (vertaling)

13. Wat doen de wetenschappers van de EFSA om hun besluitvorming zo transparant mogelijk te doen zijn?

Dit ontwerpadvies is er een goed voorbeeld van hoe wetenschappers werken om beter uit te leggen en overzicht te geven van hun benaderingen voor risicobeoordeling in hun wetenschappelijke output. Het ANS-panel heeft gekozen om wat bekend staat als een "werkingsmechanisme", of benadering volgens "menselijke relevantie" te gebruiken in zijn risico-evaluatie van de veiligheid van aspartaam. Met deze aanpak, door gebruik te maken van het gewicht van het bewijs van experimentele waarnemingen en wetenschappelijke criteria. Wetenschappers identificeren 'belangrijke gebeurtenissen' of 'biologische stappen' die een opeenvolging zijn van reacties veroorzaakt door een chemische stof in een levend organisme. Waarnemingen van deze belangrijke gebeurtenissen in de menselijke en dierlijke studies worden vergeleken door de relevantie te bepalen voor de menselijke gezondheid. EFSA ontwerpadvies over aspartaam beschrijft duidelijk de aanpak van de risicobeoordeling te helpen begrijpen door risicomanagers, en belanghebbenden en andere betrokken partijen te vergemakkelijken en risicomanagement beslissingen beter te informeren.

Antwoord webmaster:
Waarom wordt er dan zo weinig (of eigenlijk helemaal niet) gebruik gemaakt van het onafhankelijke wetenschappelijke onderzoek. Al dit onderzoek wordt met het grootste wantrouwen bekeken en wordt regelmatig afgekeurd met gebruikmaking van ondeigenlijk argumenten.

Zie het artikel van professor Erik Millstone:

Lees verder

Tekst EFSA (vertaling)

14. Wie regelt het gebruik van aspartaam in de EU? Wat is de rol van de EFSA?

De rol van de EFSA is om onafhankelijk wetenschappelijk advies te geven aan managers met betrekking tot voedsel- en voedselveiligheid te en om zijn advies aan het grote publiek mee te delen. Het is in deze context dat het wetenschappelijk comité van de EFSA en de wetenschappelijke panels veiligheidsbeoordelingen uitvoeren en nieuwe bewijzen beoordelen.

De Autoriteit machtigt noch verbiedt het gebruik van stoffen in levensmiddelen. Het is de verantwoordelijkheid van de risicomanagers in de Europese Commissie, het Europees Parlement en de EU-lidstaten om maatregelen te definiëren indien vereist, waarbij rekening wordt gehouden met wetenschappelijke adviezen en andere overwegingen.

Antwoord webmaster:
Gezien de vorige beoordelingen van aspartaam, die verre van onafhankelijk waren, denk ik dat ook dit keer het heel moeilijk voor de EFSA zal zijn om een advies te geven dan niet afkomstig is van de aspartaam fabrikanten.

Zie het artikel in het aspartaam dossier

Lees verder

Vragen over het EFSA 2013 ontwerpadvies:

Tekst EFSA (vertaling)

15. Wat zijn de belangrijkste conclusies van het ontwerpadvies?

Na een gedetailleerde en methodische analyse, hebben wetenschappelijke deskundigen van de EFSA aanvankelijk in dit ontwerpadvies geconcludeerd dat aspartaam en zijn afbraakproducten niet giftig is voor de consument bij de huidige blootstelling. De huidige ADI van aspartaam wordt geacht veilig te zijn voor de consument als deze lager is dan de ADI.

Bij de vaststelling van de ADI, heeft het ANS-panel bevindingen bekeken uit langlopende studies bij proefdieren met betrekking tot giftigheid en carcinogeniteit en de mogelijke nadelige gevolgen voor de gezondheid van phenylalanine, een van de afbraakproducten van aspartaam, op de zich ontwikkelende foetus. Phenylalanine is een aminozuur waaruit eiwit in veel voedingsmiddelen bestaat. Het is bekend giftig te zijn bij grote hoeveelheden, in het bijzonder voor de zich ontwikkelende foetus bij vrouwen die lijden aan de aandoening fenylketonurie (PKU). Deze erfelijke aandoening verhoogt bloed-phenylalanine concentraties die giftig zijn voor de zich ontwikkelende hersenen. Het panel bevestigde dat de ADI, hoewel veilig voor de bevolking, niet van toepassing is op mensen die lijden aan PKU, zij vereisen een strikte naleving van een laag phenylalanine dieet.

Antwoord webmaster:
Phenylalanine is een aminozuur dat één klein onderdeel is van eiwit. Eiwit bestaat uit ongeveer 20 aminozuren, waarvan Phenylalanine er één is.

Dr. Jim Bowen heeft daar een uitstekend artikel over geschreven:

Lees verder

Tekst EFSA (vertaling)

17. Gaat het ontwerp-wetenschappelijk-advies specifiek in op alle aspecten met betrekking tot de veiligheid van aspartaam?

Het ontwerpadvies verkent de mogelijke veiligheidsproblemen in verband met giftigheid, carcinogeniteit en genotoxiciteit zo goed mogelijk zowel als de voortplanting en ontwikkeling effecten met betrekking tot aspartaam, de afbraak en afbraakproducten. Op basis van haar uitgebreide evaluatie concludeert de EFSA dat aspartaam en zijn afbraakproducten geen gevaar vormen voor de consument op het huidige niveau van blootstelling. De huidige aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) wordt beschouwd als veilig voor de algemene bevolking en de blootstelling van de consument aan aspartaam is onder deze ADI.

Het panel bevestigde ook dat de ADI, terwijl veilig voor de algemene bevolking (inclusief baby's, kinderen en zwangere vrouwen), niet van toepassing is op mensen die lijden aan PKU, dat vereist een strikte naleving van een laag phenylalanine dieet. (PKU is een erfelijke aandoening waarbij bloed-phenylalanine concentraties zijn verhoogt naar niveaus die giftig zijn voor de ontwikkeling van de hersenen). (Zie vraag 25 hieronder.)

Antwoord webmaster:
De uitgebreide evaluatie van EFSA moet helaas gezien worden als een verlengstuk van de aspartaam industrie. Het is eigenlijk schandelijk dat de EFSA aspartaam ook nog geschikt vind voor baby's, kinderen en zwangere vrouwen. Hier wordt helemaal voorbij gegaan aan de beschadiging van de hersenen van baby's en kinderen. Vrouwen in verwachting moeten helemaal voorzichtig zijn met aspartaam, omdat het door gegeven wordt via de placenta aan het ongeboren kind waarvan de hersenen in ontwikkeling zijn.

Tekst EFSA (vertaling)

18. Wat zijn de conclusies van het panel met betrekking tot specifieke bezorgdheid over de veiligheid?

Ontwerpconclusies van het panel met betrekking tot de potentiële veiligheidsproblemen bij de mens zijn als volgt:

Studies suggereren geen verhoogd risico in verband met aspartaam consumptie voor premature bevalling bij zwangere vrouwen, leukemie, hersentumoren of verschillende vormen van kanker, met inbegrip van de hersenen, lymfe- en bloedkanker. Het belang van het bewijs suggereert dat de consumptie van aspartaam geen effect heeft op gedrag of cognitieve functie. Er is geen bewijs dat het gebruik van aspartaam epileptische aanvallen veroorzaakt. Er is geen overtuigend bewijs dat het gebruik van aspartaam hoofdpijn veroorzaakt. Het belang van het bewijsmateriaal toont aan dat aspartaam niet wordt geassocieerd met allergische reacties.

Bovendien wijzen beschikbare gegevens niet op een genotoxisch zorg voor aspartaam (d.w.z. het heeft geen invloed op het DNA).

Antwoord webmaster:
Dat aspartaam niet wordt geassocieerd met allergische reacties klopt, want aspartaam is vergif en veroorzaakt dus vergiftigingsverschijnselen en geen allergische reacties. Er is genoeg bewijs voorhanden dat aspartaam wel degelijk invloed heeft op het DNA. De formaline uit aspartaam is daar de boosdoener van. Het Internationale Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) heeft in 2003 al bepaald dat formaline kankerverwekkend is.

Dr. Woodrow Monte schreef een artikel over de gevaren van aspartaam en formaline

Lees verder

Tekst EFSA (vertaling)

19. Houden deze conclusies ook rekening met recent wetenschappelijk werk over aspartaam van de EFSA?

Ja. In 2010, beïnvloed de publicatie van twee studies de timing van de herbeoordeling van aspartaam. De onderzoeken keken naar mogelijke gezondheidsrisico's namelijk naar de associatie tussen de inname van kunstmatig gezoete frisdranken en het verhoogde optreden van vroeggeboorte (Halldorsson et al., 2010) en een onderzoek naar kanker bij muizen blootgesteld aan aspartaam via voeding uitgevoerd door de Europese Ramazzini Foundation (ERF) (Soffritti et al.., 2010).

Voor de 2013 risicobeoordeling van de EFSA, heeft het ANS-panel deze studies volledig opnieuw onderzocht.

Antwoord webmaster:
Een zeer lezenswaardig artikel van Dr. Woodrow Monte gaat dieper in op de gevaren. Formaline is carcinogeen (het veroorzaakt kanker) en methanol is teratogeen (het veroorzaakt geboorteafwijkingen). De EFSA houd geen rekening met recent wetenschappelijk onderzoek, want al het onafhankelijke onderzoek is ondergeschikt aan onderzoek van de fabrikant, (zie artikel Professor Millstone)

Tekst EFSA (vertaling)

20. Is er wetenschappelijk bewijs dat zwangere vrouwen geen producten met aspartaam moeten consumeren?

Het ANS-panel beoordeelde potentiële risico's van aspartaam voor zwangere vrouwen door de concentraties van het afbraakproduct phenylalanine in het bloed. Phenylalanine is bij grote hoeveelheden gevaarlijk, in het bijzonder voor de ontwikkelende foetus bij vrouwen die lijden aan fenylketonurie (PKU). Het panel concludeerde dat er geen gevaar is voor zwangere vrouwen bij normaal gebruik.

Bovendien, in relatie tot de EFSA eerdere werk van het panel nieuwe beoordeling van de Halldorsson et al.. (2010) publicatie geconcludeerd dat er geen aanwijzingen in deze studie was dat een causaal verband tussen de consumptie van kunstmatig gezoete dranken en vroeggeboorte en dat aanvullende studies nodig zouden zijn hetzij dergelijke associatie bevestigen of verwerpen, zoals aangegeven door de auteurs. In een aanvullende studie uitgevoerd in Noorwegen door Englund-Ogge et al.. (2012), was er een nauwelijks waarneembaar verbinding van premature geboorte door kunstmatig gezoete frisdranken. Dit was in feite, niet zo sterk als de associatie met door suiker gezoete frisdranken.

Antwoord webmaster:
EU Onderzoek bij 60.000 vrouwen toont een verband aan tussen de hoeveelheid geconsumeerde light frisdranken en een vroegtijdige geboorte. Waarom wijst de EFSA niet op dit onderzoek i.p.v. vast te houden dat aspartaam alleen schadelijk is voor de foetus bij vrouwen met PKU. Ze kunnen dus weten dat deze stelling op een vergissing berust.

Ze kunnen dus weten dat deze stelling op een vergissing berust.

Lees verder

Tekst EFSA (vertaling)

21. Hoe zit het met de tweede studie die keek naar de lange termijn carcinogene effecten?

Het ANS-panel bekijkt bevindingen uit langlopende studies bij proefdieren met betrekking tot toxiciteit en carcinogeniteit op de zich ontwikkelende foetus. Bij de herziening van de Soffritti et al. publicatie uit (2010), kwamen wetenschappers van de EFSA tot de slotsom dat, op basis van de beschikbare informatie in de publicatie, de geldigheid van het onderzoek en de statistische benadering niet kan worden beoordeeld en de resultaten niet geïnterpreteerd kunnen worden. Met betrekking tot de opzet van de studie, en in lijn met de wereldwijde wetenschappelijke overeenstemming, adviseerde de EFSA dat experimentele studies uitgevoerd gedurende het leven van dieren kan leiden tot verkeerde conclusies. Oudere dieren zijn bijvoorbeeld vatbaarder voor ziekte en wanneer een carcinogeniteitsstudie bij muizen wordt verlengd tot na de aanbevolen 104 weken, kunnen leeftijd gerelateerde pathologische veranderingen (zoals spontane tumoren) verschijnen, die de interpretatie van verbinding-gerelateerde effecten kunnen verwarren. Bovendien wees EFSA erop dat van deze Zwitserse muizen (die in deze studie gebruikt werden) bekend is dat ze vaker spontane lever- en longtumoren hebben en dat het voorkomen van deze tumoren in de studie binnen de controlegegevens valt in dit laboratorium en voor deze tumoren in deze muizen.

Antwoord webmaster:
Een zeer gerenommeerd onderzoek instelling als het Ramazzini instituut komt met een publicatie van Soffritti et al, waarin ernstig wordt getwijfeld aan de zoetstof aspartaam. De publicatie is nog maar net uitgegeven of de EFSA komt al met ernstige twijfels over het onderzoek. Er wordt aanvullende informatie gevraagd en wederom wordt de studie afgekeurd. Zo gaat het met alle onafhankelijk onderzoeken. Altijd worden er mogelijkheden gevonden om een gerenommeerd onderzoek in diskrediet te brengen.

Tekst EFSA (vertaling)

22. Wat gebeurt er met aspartaam in het lichaam wanneer het wordt ingenomen?

Na inname, valt aspartaam in de darm uiteen in de drie samenstellende delen: asparaginezuur, phenylalanine en methanol. Aspartaam zelf komt niet in de bloedstroom noch hoopt het zich op in het lichaam.

Ze kunnen dus weten dat deze stelling op een vergissing berust. zijn ook van nature aanwezige andere levensmiddelen zoals groenten en fruit, voedingsmiddelen die aspartaam bevatten, worden door het lichaam op dezelfde wijze behandeld als andere voedingsbronnen. Ter vergelijking, de hoeveelheid van deze ingenomen voedingsmiddelen en dranken met aspartaam zijn klein. Bijvoorbeeld, een portie halfvolle melk, bevat ongeveer zes keer meer phenylalanine en 13 keer meer asparaginezuur met een vergelijkbare hoeveelheid light drank gezoet met aspartaam.

Antwoord webmaster:
Ook bij deze stelling wordt de werkelijkheid geweld aan gedaaan. Er bestaat geen enkele natuurlijk voedingsstof die alleen maar asparaginezuur, phenylalanine en methanol bevatten. Eiwit bestaat uit ongeveer 20 verschillende aminozuren, die door de stofwisseling in de juiste hoeveelheid die geschikt is voor het lichaam worden toegelaten. Een toevloed van enkel asparaginezuur, phenylalanine brengt de stofwisseling in war en heeft een verkeerde invloed op de hersenen. Het vergelijken met halfvolle melk is volkomen onzin. Ze zijn niet met elkaar te vergelijken.

Tekst EFSA (vertaling)

23. Zijn er veiligheidsproblemen verbonden aan asparaginezuur?

Asparaginezuur is een aminozuur dat werkt als neurotransmitter. Het lichaam kan asparaginezuur soms omzetten in de neurotransmitter glutamaat die neurotoxische effecten kan hebben. Echter uit de beschikbare wetenschappelijke gegevens, zagen deskundigen van de EFSA geen bewijs voor neurotoxiciteit geassocieerd met aspartaam en concludeerden dat asparaginezuur uit aspartaam geen enkele bezorgdheid over de veiligheid de consument betekende.

Antwoord webmaster:
Omdat asparaginezuur wordt omgezet in de neurotransmitter glutamaat is het extra gevaarlijk om aspartaam samen met de smaakversterker MSG te gebruiken omdat deze elkaar versterken en het gevaar van complicaties groter wordt. Uit de beschikbare wetenschappelijke gegevens van de fabrikant zag de EFSA geen enkele bezorgdheid over de veiligheid van aspartaam.

Tekst EFSA (vertaling)

24. Is methanol uit aspartaam een veiligheidsprobleem?

Hoewel methanol giftig is, moet het duidelijk zijn dat het ook van nature aanwezig is in voeding en noodzakelijk voor verschillende lichaamsfuncties op moleculair niveau. Zijn giftigheid wordt een veiligheidsprobleem wanneer de blootstelling extreem hoog is, zoals van de consumptie van een aantal zelf gedistilleerde alcoholische dranken. Verreweg de grootste hoeveelheid methanol bij mensen (ongeveer 80% gemiddeld) wordt van nature geproduceerd door het lichaam.

Op basis van de beschikbare wetenschappelijke gegevens, hebben deskundigen van de EFSA geconcludeerd dat blootstelling via de voeding aan methanol uit aspartaam waarschijnlijk niet toxisch is.

Antwoord webmaster:
Ik zou me eigenlijk moeten afvragen wat voor FAQ dit eigenlijk is. In deze FAQ wordt aspartaam zonder meer op alle fronten goedgekeurd. De blootstelling is al een gevaar bij minimale doses. Wie maakt er nu gebruik van zelf gedistilleerde alcoholische dranken. Wellicht 2% van de bewoners van de EU? Er zijn onderzoeken genoeg die aangeven dat methanol zodra het wordt verteerd, wordt omgezet in formaline en dat is teratogeen en beschadigd het DNA. Proefdieren zijn waarbij getest wordt zijn veel minder gevoelig voor formaline dan de mens. De testen op proefdieren zeggen dus niets over het gevaar voor de mens dat een factor 10 groter is.

Sommige van de bijwerkingen van chronische vergiftiging door formaline zijn:

  • Onomkeerbare genetische schade door langdurige, lage blootstelling (Shaham 1996)
  • Hoofdpijn, vermoeidheid, benauwdheid (Main 1983)
  • Slaapproblemen, branderige huid, vermoeidheid, pijn op de borst, duizeligheid (Liu 1991)
  • Hoofdpijn, vermoeidheid, IgE-gemedieerde overgevoeligheid (Wantke 1996)
  • Spier-, maag-, en cardiovasculaire symptomen (Srivastava 1992)
  • Hoofdpijn, vermoeidheid (Olsen 1982)
  • Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, gebrek aan concentratievermogen (Burdach 1980)
  • Cytogenetische effecten van bloed lymfocyten (Suruda 1993)
  • Vruchtbaarheid (bijwerkingen) (Taskinen 1999)
  • Cognitieve bijwerkingen (Kilburn 2000)
  • Epileptische aanvallen en beschadigde zenuwen (Kilburn 1994)
  • Hoofdpijn, huidproblemen (Proietti 2002)
  • Een laag geboortegewicht (Maroziene 2002)
  • Neurobehavioral symptomen (Kilburn 1985)
  • Problemen met het geheugen, evenwicht en behendigheid impairment (Kilburn 1987)

Tekst EFSA (vertaling)

25. Hoe zit het met de veiligheid van phenylalanine?

Phenylalanine is een aminozuur dat als bouwsteen voor eiwitten wordt gebruikt. Het kan ook door het lichaam worden omgezet in tyrosine, een ander aminozuur dat gebruikt wordt in de eiwitsynthese en de vorming van een aantal hormonen en neurotransmitters. Phenylalanine is een zogenaamde essentieel aminozuur dat niet kan worden geproduceerd door het lichaam en moet worden geleverd door de voeding.

Fenylketonurie (PKU) is een erfelijke aandoening die hoge niveaus van phenylalanine en lage niveaus van tyrosine in het bloed veroorzaakt. Hoge concentraties phenylalanine in het bloed zijn giftig voor de hersenen en kan, indien onbehandeld, de ontwikkeling van de hersenen beïnvloeden en geestelijke stoornis veroorzaken, stemmingsstoornissen en gedragsproblemen. Dit is vooral van belang voor de ontwikkelende foetus bij vrouwen die lijden aan PKU. De meeste PKU behandelingen zijn gericht om het bloed phenylalanine op een aanvaardbaar niveau te houden door beperking van voedingsmiddelen die rijk zijn aan eiwitten (vlees, vis, eieren, brood, zuivel, noten en zaden), alsmede levensmiddelen en dranken met aspartaam.

Het panel bevestigde dat de ADI, hoewel veilig voor de algemene bevolking, niet van toepassing is op mensen die lijden aan PKU, zij vereisen een strikte naleving van een laag phenylalanine dieet. Bij het reguleren van het gebruik van aspartaam in voedingsmiddelen, hebben risicomanagers van de EU de noodzaak erkend om ervoor te zorgen dat de PKU- patiënten zich bewust zijn van de aanwezigheid van aspartaam in voedingsmiddelen, zodat ze de blootstelling aan deze stof kunnen voorkomen. In de Europese Unie, moeten alle producten die aspartaam bevatten, worden geëtiketteerd met "Bevat een bron van phenylalanine".

Antwoord webmaster:
Phenylalanine is een aminozuur dat nergens anders in de natuur in zijn eentje voorkomt in voedingsmiddelen. Doordat andere aminozuren uit eiwit, door de grote toevloed van phenylalanine naar de hersenen krijgen de andere aminozuren geen kans om te worden omgezet in voor het lichaam belangrijke stoffen.

Tekst EFSA (vertaling)

26. Hoe heeft de EFSA studies bij mensen gebruikt bij de herziening van de huidige ADI voor aspartaam?

In voorgaande risicobeoordelingen van aspartaam werd de ADI direct afgeleid van gegevens over dieren. Bij de herziening van de huidige ADI, bekijkt het ANS-panel bevindingen uit langlopende studies bij proefdieren met betrekking tot chronische toxiciteit waaronder carcinogeniteit en de mogelijke nadelige gevolgen voor de gezondheid van phenylalanine op de zich ontwikkelende foetus. Het panel ontdekte 'Geen waarneembare nadelige effecten' (NOAELs) voor een reeks eindpunten (bijvoorbeeld gezwellen) op grond van de diergegevens. Dat het beter was om gegevens over van mensen te gebruiken. Het panel vergeleek de hoeveelheid phenylalanine bij mensen na consumptie van aspartaam, met bloedspiegel van phenylalanine in verband met effecten op de ontwikkeling van kinderen geboren uit moeders met PKU. Huidige klinische richtlijnen adviseren dat de hoeveelheid phenylalanine in het bloed onder 360 ('micromol') blijft, of een miljoenste van een mol - een eenheid van concentratie - per liter). Ter vergelijking, voor PKU patiënten worden milde effecten geassocieerd met niveaus van 600-800 micromol waarbij significante nadelige effecten worden geassocieerd met niveaus van 1100-1200 micromol phenylalanine in het bloed. Bij het berekenen van een veilig niveau van blootstelling aan aspartaam (gebaseerd op bloed phenylalanine concentraties), is het ANS-panel uitgegaan van een worst-case scenario dat het gebruik van aspartaam voorkomt in combinatie met een dagelijkse maaltijd (die natuurlijke bronnen van phenylalanine bevatten). Het panel schat dat zelfs elk uur een dosis aspartaam gelijk aan de huidige ADI zou resulteren in een phenylalanine piek in het bloed van 240 micromol, ruim onder de huidige klinische richtlijnen. Dit houdt in dat een volwassene van 60 kg elk uur 12 blikken van (330 ml) van een light frisdrank zou moeten drinken (die aspartaam bevatten bij het maximaal toelaatbare niveau), om deze concentratie phenylalanine te bereiken.

Antwoord webmaster:
Er is geen enkele studie bij mensen op de lange termijn geweest en als er onderzoek gedaan werden de teste bij de proefpersonen gehouden met "enkele-dosis-testen"
Het is niet geloofwaardig om resultaten van zo'n enkele-dosis-test af te leiden naar de gewenste toestand van het gebruik van Aspartaam als kunstmatige zoetstof. Het is belangrijk om te weten dat Dr. Freeman al in 1973 op de ontoereikendheid van de enkele-dosis-testen van Aspartaam had gewezen. Sedert die tijd heeft de Firma NutraSweet de wetenschappelijke gemeenschap overspoelt met enkele-dosis-onderzoeken.

Tekst EFSA (vertaling)

27. Is Diketopiperazine (DKP) uit aspartaam een veiligheidsprobleem?

Vocht, zuurgraad, temperatuur en opslagduur kunnen allemaal van invloed op de stabiliteit van aspartaam, waardoor het afbreekt in onzuiverheden waaronder de stof 5-benzyl-3,6- dioxo-2-piperazine zuur (ook bekend als "Diketopiperazine 'of DKP). Omzetting van aspartaam resulteert in het verlies van de zoete smaak.

De EU heeft een aanvaardbare dagelijkse inname voor DKP van 7,5 milligram per kilogram lichaamsgewicht per dag (mg / kg lg / dag) om de consument te beschermen tegen de mogelijke schadelijke effecten van deze stof in levensmiddelen. Gebaseerd op de gebruikte hoeveelheid aspartaam, is de blootstelling aan DKP van alle eten en drinken met de zoetstof gemiddeld ongeveer 0,1-1,9 mg / kg lg / dag voor alle bevolkingsgroepen.

Gezien deze bevindingen, concluderen deskundigen van de EFSA dat de veiligheid van de consument niet in gevaar is door blootstelling aan DKP uit aspartaam in voedingsmiddelen en dranken.

Antwoord webmaster:
Dr. John Olney merkte op dat zodra DKP in de darm werd opgenomen het een mengsel produceerde dat gelijk was aan N-nitrosourea, een krachtige chemische stof die hersentumoren veroorzaakt. DKP werd ook gevonden in tumoren.

Tekst EFSA (vertaling)

28. Geeft het ontwerpadvies nog onduidelijkheden aan?

Het ontwerpadvies van de EFSA erkent dat veel van de studies die gebruikt zijn bij de risicobeoordeling niet werden uitgevoerd volgens de huidige normen (bijvoorbeeld Good Laboratory Practice (GLP) en / of de richtlijnen Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)), zie vraag 10 hierboven. Maar deskundigen van de EFSA besloten dat ze zouden kunnen worden beschouwd op een case-by-case basis, zolang het ontwerp van dergelijke studies en de rapportage van de gegevens aanvaardbaar of van een voldoende kwaliteit werden beschouwd. Ook is het vermeldenswaard dat veel van de oudere studies over aspartaam nu niet kon worden herhaald vanwege de behoefte aan min of meer verfijnde dierproeven die goed zijn voor het dierenwelzijn.

Daarnaast bespreekt het ontwerp-advies mogelijke onzekerheden die in verband staan met het gebruik van verschillende gegevensbronnen, zowel op consumptie en op het niveau van aspartaam in voedingsmiddelen. In veel gevallen zijn deze het gevolg zijn van nationale verschillen op het gebied van rapportage methoden en normen, of andere technische problemen in het adequaat beoordelen van de blootstelling. Zo kunnen gegevens hebben betrekking op acute (eenmalige) blootstelling wanneer chronische (langdurige) informatie nodig is. De soorten eten en drinken en de portiegroottes kunnen afwijken. Globaal gezien, hebben de meeste van deze onzekerheden waarschijnlijk geleid tot een overschatting van de blootstelling van de consument, maar in sommige gevallen zou er een onderschatting kunnen zijn (vooral op verbruiksgegevens en daadwerkelijk gebruikte hoeveelheden aspartaam in voedingsmiddelen). (Zie Tabel 18 op pagina 48 van het ontwerpadvies voor een overzicht.)

Eigen links:

Partners
lees bewust verzameling onafhankelijke nieuwswebsites
Lees Bewust

Deze site is mede
mogelijk gemaakt door

Probleemloos e-mailen overal ter wereld
travelsmtp.com

Heeft deze site iets
voor u betekend?
Doneer dan een klein bedrag

Doneer!